Zalmquenelles op aardappel-dillesaus

 Voor de balletjes: laat de zalmfilets een nacht ontdooien in de koelkast.

 Voor de saus: schil de aardappelen en snij ze in blokjes van 0,5 à 1 cm. Kook de aardappel- en bevroren uienblokjes ongeveer 20 minuten in de bouillon tot ze zacht zijn, samen met de laurier en de knoflook. Haal de laurier en de knoflook eruit. Voeg de room toe, warm opnieuw op, voeg de boter en de mosterd toe en mix met een staafmixer. Laat de citroenschil 3 minuten aroma afgeven in de saus en haal ze er dan weer uit. Meng er de dille onder en smaak af met zout, een snufje cayennepeper en een paar druppels citroensap.

 Voor de balletjes: spoel de zalmfilets af, dep droog en snij in blokjes van 1 a 1,5 cm, kruid met peper, zout, cayennepeper en nootmuskaat. Doe de vis in een hakmolentje. Voeg er de mosterd en een derde van de koude room aan toe. Mix kort totdat de room en de vis gebonden zijn. Voeg de rest van de room toe in twee keer en meng tot het geheel glad en glanzend is. Doe de farce in een schotel en zet koel. Naargelang de grootte van de mixer kan de vulling ook in verschillende keren worden bereid.

 Breng in een brede kookpot water met zout aan de kook, voeg de dilletwijgjes en citroenschil toe en neem van het vuur. Gebruik 2 natgemaakte lepels of een ijsschep om per persoon 5 quenelles te maken. Leg de quenelles in het gezouten water en laat 10 tot 12 minuten rusten. Het water mag zeker niet koken.

 Schuim de dillesaus voor het serveren nog even op, dresseer op verwarmde borden en leg de zalmquenelles er bovenop.