Lasagne met everzwijn en wintergroenten

 Spreid de wintergroentepan uit op een groot bord en laat 30 minuten ontdooien. Verwijder de pezen uit het everzwijnvlees en snij het vlees in kleine stukjes. Kruid het vlees met peper en schroei het dicht in een kookpot of braadslee met wat hete olie. Voeg de uienblokjes en vervolgens het tomatenconcentraat toe en laat kort mee bakken. Blus met de wijn en de fond. Plet de peperbollen en jeneverbessen en doe ze samen met de kruidnagels, de laurier en de kruiden in de kookpot. Zet het deksel op de pot en laat het vlees ongeveer 40 minuten stoven. Neem het vlees uit de kookpot. Zeef de kruiden uit het kookvocht en laat het maximaal inkoken. Voeg het vlees opnieuw toe.

 Voor de bechamelsaus: laat de boter smelten in een kookpot en doe de bloem erbij. Blus met de melk en de room, breng al roerend terug aan de kook en laat ongeveer 5 minuten pruttelen. Blijf regelmatig roeren, zodat de saus niet aanbrandt. Kruid af met nootmuskaat, peper en zout.

 Verwarm de oven voor op 200 °C (boven-/onderwarmte, 180 °C heteluchtoven). Vet een ovenschaal in en verdeel een beetje bechamelsaus op de bodem. Leg er een laag lasagnevellen op en voeg de everzwijnragout toe. Maak daarbovenop opnieuw een laag met lasagnevellen en druk ze zachtjes aan. Giet er opnieuw wat bechamelsaus over en voeg vervolgens de groenten toe. Maak een laatste laag met lasagnevellen en giet de rest van de bechamelsaus erover. Strooi nog de parmezaan over de ovenschotel en laat ongeveer 50 minuten garen in de oven. Bedek de ovenschotel eventueel met aluminiumfolie als hij al bruin zou zien voor het einde van de gaartijd. Haal uit de oven en laat nog 10 minuutjes afkoelen.